vrijdag 19 september 2014

Fed up


Op donderdag 9/11 2014 vertelde ondernemer Bob Hutten in theater Markant over Fed up, een documentaire die over enkele weken in Nederland in première zou gaan. Deze film gaat over de (Amerikaanse) voedselindustrie en hoe die bijgedragen heeft aan het obesitasprobleem. Bob Hutten sprak die elfde september op verzoek van de bibliotheek over de TrendRede 2015. Die twee dagen daarvoor in Utrecht was gepresenteerd. De initiatiefnemer van de TrendRede, trendpsycholoog Tom Kniesmeijer, sprak in theater Markant voor de pauze over 'zijn' TrendRede en ontwikkelingen die hij samen  met twaalf andere 'trendwatchers' ziet. Na de pauze ging Bob Hutten, van Hutten catering uit Veghel, op die TrendRede in en vertelde welke trends hij in zijn sector - de voedingsindustrie - tegenkomt en hoe hij als ondernemer met zijn samenwerkers omgaat.


We leven in de 21e eeuw, man!
Eén ding is zeker: Bob Hutten weet samen met de TrendRedenaren dat we in de 21e eeuw leven en dat we derhalve met 21e ogen en methodieken onze alom aanwezige problemen te lijf moeten gaan. Kernwoorden in die houding zijn: veerkracht, aanpassingsvermogen, creativiteit, verbinden, kansen, bedreigingen, veranderen, aanpassen. Minder meten, meer vertrouwen in mensen en de tijd van blauwdrukken is voorbij. Op drie woorden ging Bob Hutten (natuurlijk!) in: ketenkrakers, systeemprikkers en betekenisrevolutie. Drie centrale begrippen uit de TrendRede 2015. Hutten ging vooral in op het woord betekenis; of waarde. Wat is vandaag de dag voor burgers, consumenten, medewerkers belangrijk. Wat is waardevol. Velen zijn daarnaar op zoek en bedrijven in de voedselindustrie die daar geen goed antwoord op hebben (of weten te vinden) gaan het in de ogen van Hutten én de dertien TrendRedenaren moeilijk krijgen. Vallen wellicht om. Belanden op de mestvaalt van de geschiedenis.


Fed up in zijn verhaal
Voordat Bob Hutten zijn publiek attent maakte op deze documentaire vertelde hij over een grote multinational in de voedingsbranche die er in twintig jaar in geslaagd is een theetje op de markt te brengen zonder thee, maar met gemalen boomstammetjes én smaakstoffen. Uiteraard wees hij zijn gehoor ook op de guacamole-dip van Albert Heyn, die onlangs de zogenaamde Kletsmajoor Award van de Consumentenbond heeft gekregen. Reden: in die bewuste dip zit 0,7 % gaucamole. Minder dan één procent. Stipte het tv-programma Keuringsdienst van Waarde (let op de titel!) aan en natuurlijk de plofkip. En toen merkte hij op dat er eerdaags een documentaire in première zou gaan over de mores van de voedingsindustrie. En hoe die verantwoordelijk is voor ons slechte voedingsaanbod en actief bijdraagt aan een verkeerde leefstijl.

Volgevreten
Fed up kan op drie manieren worden vertaald. De eerste, meest voor de hand liggende vertaling is het woord 'volgevreten'. Want daar gaat de film over. Veel te veel Amerikanen zijn té dik, sterker: zijn obees. Veel te zwaar. In de documentaire wordt een link gelegd met het voedselaanbod. Dat stijf staat van té veel vet. Té zout is en vooral veel suiker bevat. In de documentaire worden niet zo veel nieuwe feiten aangedragen. Velen weten dat het zo zit. Een boek waarin feitelijk hetzelfde wordt beweerd is van ene Michael Moss: Zout, suiker, vet : hoe de voedselindustrie ons in zijn greep houdt uit 2013. Hij wordt in Fed up aan het woord gelaten. Je wordt als argeloze kijker echter wel uit een droom gewekt; dat het wel mee valt. Dus niet. De werkelijkheid is veel erger.

Volgemest
Een tweede vertaling is 'volgemest'. En dit woord pakt beter de inhoud van deze schokkende film. Regisseur Stephanie Soechtig staat op het standpunt dat 'de' voedingsindustrie willens en wetens té veel vet, zout én suiker in haar producten stopt. Enerzijds omdat met deze relatief goedkope ingrediënten producten kunnen worden gefabriceerd die goed aanslaan bij het grote publiek. Cola, chips, fastfood maaltijden, pizza's enzovoorts. Aan de andere kant wordt in de documentaire de suggestie gewekt dat fabrikanten ook willens en wetens met name suiker in hun producten opnemen ('verstoppen'). Suiker heeft een zeer verslavende werking! De waarheid ligt wellicht in het midden, maar zeker is dat de voedselindustrie er de afgelopen decennia in geslaagd is overal met haar producten op te duiken. Supermarkten, benzinestations, snackbars, automaten waar je 'iets' uit kunt trekken. In scholen, bejaardenhuizen, buurtcentra. Je kunt overal aan 'voedsel' komen; op elk moment van de dag.


Bewerkte artikelen
Het is schier onmogelijk in een min of meer bewoond gebied rond te lopen waar geen artikelen te koop zijn die door de voedingsindustrie zijn bewerkt . Dat is het centrale woord in de documentaire: bewerkt. Dat zijn alle artikelen uit 'de supermarkt' die in een pakje, zakje of blikje zitten en bewerkt zijn. Waar 'dingen' aan toe zijn gevoegd. Het gaat nadrukkelijk niet om onbewerkte groente en fruit, brood, rijst, koffie e.d. Denk aan E-nummers en andere ingrediënten met onuitspreekbare namen. Soms noodzakelijk, maar vaak zijn het moeilijke woorden om te verhullen dat er bijvoorbeeld veel suiker is toegevoegd.

Who's in control?
Een artikel over deze documentaire hoort thuis op dit blog: Who's in control? Het centrale punt van de makers is dat zij nadrukkelijk niet de schuld voor het té dik zijn bij de dikkerds zelf leggen, maar bij de voedselindustrie én de autoriteiten die de laatste jaren weinig hebben gedaan om wetgeving aan te nemen die de Unilevers of Nestlé's van de samenleving enigszins aan banden legt.
Met deze stellingname zullen velen het niet eens zijn. Zij verwijzen naar het karakter of het ontbreken daarvan bij die té dikke mensen. Zij kunnen de verleiding niet weerstaan en blijven de hele dag snoepen en té veel eten. Fed up maakt echter aannemelijk dat veel producten zodanig zijn gefabriceerd dat ze een verslavende werking hebben. Voeg daarbij de alom aanwezig aanwezigheid én de markering- en reclamelawine die over de samenleving wordt uitgestort. En je weet het antwoord op de vraag wie er in control is? Niet de burger. Nee, de voedselindustrie is er in geslaagd ons allen in meerdere of mindere mate te verleiden verkeerd voedsel tot ons te (blijven) nemen. De werkelijkheid is waarschijnlijk complexer (en ligt de waarheid ergens in het midden), maar de makers van Fed up leggen nadrukkelijk 'de schuld' bij  alle bedrijven en politici, die er aan bijdragen dat deze artikelen gekocht en geconsumeerd kunnen (blijven) worden.

Betekenis, waarde
Fed up is nadrukkelijk een wake up call. Een poging ons wakker te schudden. Ruw. Misschien helpt het. Worden we ons meer bewust van de schaal waarin 'ons voedsel wordt gemanipuleerd. Bob Hutten noemde een percentage. Tachtig procent van alle artikelen uit een supermarkt is bewerkt. Daar is iets mee aan de hand. Hij wil niet zeggen dat alles 'fout' is, maar wel dat we als consumenten kritischer naar onze aankopen zouden moeten gaan kijken. En Fed up maakt duidelijk dat 'onze' keuze voor dit of dat product vaak niets met ónszelf' te maken heeft, of 'onze' smaak maar bijna altijd is gemanipuleerd. Niemand kan er zich aan onttrekken: deze massale massering van onze 'voorkeuren' laat niemand onberoerd.

Genoeg!
Een derde vertaling van Fed up zou 'Genoeg!' kunnen zijn. "Ik heb er genoeg van!" "Ik heb er tabak van!' "Kappen!" "Het zit me tot hier!"
Allemaal woorden en zinnen om aan te geven dat je ergens genoeg van hebt. Wilt dat het stopt. Anders moet. Verandering. Change.

Oefenen voor een andere tijd
In de TrendRede wordt een betekenisrevolutie aangekondigd. Een tijdperk waarin we (massaal?) na gaan denken over 'dingen' die voor ons betekenisvol zijn. Waarde hebben. En in die afweging zullen we sommige 'dingen' als minder belangrijk of waardevol gaan beoordelen. Deze betekenisrevolutie maakt natuurlijk deel uit van een veel grotere 'trend' die we als bibliotheken in Noord Oost Brabant benoemen als Oefenen voor een andere tijd.
In de komende jaren, decennia zullen op veel terreinen van het menselijk doen en laten andere wegen worden ingeslagen. Waarom? Omdat het domweg moet. Oude, twintigste eeuwse modellen die veel welvaart én welzijn hebben gebracht lopen op hun laatste benen. Er komt iets anders voor in de plaats en vaak begint het bij mensen die 'ergens' lokaal, kleinschalig met dat 'andere' beginnen. Aan het begin van dit soort exercities ligt altijd een afweging ten grondslag. Ik (of we) constateer dat er 'iets' niet goed (genoeg meer) is, zie dat anderen niets doen om 'het' te veranderen en dus begin ik (of wij) zelf maar. In onze eigen kring. Bedrijf. Familie, buurt, regio. In de hoop dat we het goed doen. En ook er op vertrouwend dat indien we 'het' goed doen er ongetwijfeld mensen zullen zijn die ook mee willen gaan doen.


Marketing used to be what you say
Overal in Nederland en op andere plekken op de aarde vragen mensen zich af of ons systeem nog wel goed genoeg is voor de 21e eeuw. Bij die zoektocht zouden vijf zinnen van een Amerikaan kunnen helpen. De in de marketingwereld groot geworden Seth Godin. Die een scherp oog heeft voor maatschappelijke ontwikkelingen, daarover veel schrijft en zich nadrukkelijk in het debat mengt. Zijn belangrijkste voertuig is zijn sinds 2002 bestaande miniblog. Dat hij elke dag (!!) rond het middaguur de wereld inzendt. Op 5 september 2014 had zijn bijdrage als kop Marketing used to be what you say. Marketing was (vroeger) wat je zei. Vroeger was zeg maar in de twintigste eeuw. Toen je als marketeer met al je creatieve gaven elk product zodanig kon neerzetten dat het ging 'glanzen'. Aantrekkelijk overkwam. Althans die schijn wist op te wekken. De volgende vier zinnen gaan over de complexe eeuw waarin we nu leven. En waarin je het niet redt door 'iets te zeggen'. Nee:

Now, marketing is what you do.
What you make.
How you act.
The choices you make when you are sure no one is looking.

Kristalhelder. Nietwaar? Je kunt in de 21e eeuw de mooiste verhalen vertellen, maar als die verhalen niet overeenkomen met de door jouw omgeving waargenomen werkelijkheid dan heb je een groot probleem. Sterker: je zult je in en integer moeten gedragen; ook als niemand kijkt. Zo zal men jouw boomschorsthee laten liggen. Idem plofkippen. Met suiker volgestopte frisdranken mijden. Gaan mensen herbronnen. Laten supermarkten links liggen. Gaan voor eerlijke producenten en leveranciers. Uiteraard zal niet iedereen dit doen, maar de trend dat dit gaande is werd (wederom) door Bob Hutten bevestigd.

Een revolutie?
Op dinsdag 16 september werd de troonrede uitgesproken. Een mooie dag met interessante hoedjes. In de Troonrede werd echter amper gerept over zaken die hierboven aan de orde worden gesteld. Integendeel. De Troonrede is een perfect voorbeeld van een tekst die geproduceerd is door mensen die nog steeds niet door hebben dat we in de 21e eeuw leven. Dat alles aan het veranderen is. En dat de veranderingen die wél worden voorgesteld te maken hebben met problemen uit de vorige eeuw. De veranderingen die in bijna alle sectoren van de samenleving nodig zijn zullen door deze generatie politici waarschijnlijk niet tot stand worden gebracht.

Tijd voor revolutie?
Dat deze analyse door anderen gedeeld wordt kun je overal opsnuiven. Een treffend voorbeeld stond op dezelfde troonrede-dinsdag in NRC Next. Die opende met de kop 'Tijd voor revolutie?' In twee artikelen werd duidelijk wat ze bedoelden. In het eerste artikel wordt de stelling betrokken dat er in de troonrede 2015 niets serieus staat; dat het tijd wordt voor vernieuwing. In het tweede wordt de lezer kort bijgepraat over 'de Franse revolutie' van 1789. Wat was het en vooral hoe was die ontstaan. In ieders geheugen zit waarschijnlijk gegrift dat het 'iets' te maken had met de Bastille op quatorze juillet. Minder duidelijk is hoe het zo ver heeft kunnen komen. Dat had - hoe verrassend! -te maken met onvrede. Velen stelden zich toen ook de vraag wat waardevol was. Betekenis had. En of er niet iets verkeerd zat of was. In januari van dat jaar 1789 verschenen een pamflet van ene Abbé Sieyès, een uitgetreden monnik. Die in zijn pamflet drie soorten mensen neerzette. Drie standen.

De derde stand
De derde en laatste groep was natuurlijk de grootste. Veruit. Vijfentwintig miljoen Fransen tegenover de eerste stand (de adel) met 110 duizend man en de derde stand (de clerus) met 130 duizend personen. En, wederom hoe verrassend, die derde stand had niets te zeggen. Moest al het werk doen en werd met een hongerloontje afgescheept. In de maanden tot aan de 14e juli nam de onrust en woede over de macht en welvaart van die eerste twee klassen alleen maar toe. En dan komt er een moment dat de vlam in de pan slaat. De redactie van NRC Next voorziet geen revolutie. Wil alleen wat parallellen trekken en komt tot de conclusie dat we vandaag de dag wederom drie soorten klassen hebben en dat wederom de veruit grootste groep steeds meer het gevoel krijgt achter te lopen bij de andere twee. En - wederom - iedereen die oplet kan de signalen opsnuiven.


Vervang drie woorden door
Zoek en vervang adel door politiek, geestelijkheid door ambtelijk apparaat, bevoorrechte klasse door de top van overheid en bedrijfsleven en derde stand door samenleving.

Een pamflet in januari 1789
Op 21 januari 1789 verscheen een pamflet van de Parijse priester Abbé Sieyès: een woedende aanval op de corrupte politiek van adel en kerk. Binnen een paar maanden circuleerden 30.000 kopieën in de straten van Parijs.
'Wat is de derde stand?' (Qu'est-ce que le Tiers-Etat?), luidde de titel van zijn schotschrift. Het raakte een snaar bij de 'derde stand' van kleine ambachtswerkers en vermogende handelslieden, die zich door adel en kerk (de standen één en twee) onderdrukt voelden. Over het pamflet werd verhit gesproken bij de bakker en de barbier, in de kroegen, huiskamers en salons.
De afvallige priester Abbé Sieyès was erin geslaagd de bittere gevoelens van het volk van Parijs op schrift te stellen. Ieder woord was welgekozen, iedere zin was raak en iedere alinea een geseling van de bestaande orde.

Overeenkomsten met 2014? Nee en ja
() Heeft dit pamflet, 225 jaar later, nog actuele betekenis? Nee, kun je zeggen: iedereen heeft tegenwoordig stemrecht en vrijwel alle publieke functies zijn voor iedereen toegankelijk. jazeker, kun je óók zeggen: er gaapt een steeds bredere kloof van maatschappelijke ongelijkheid, een nieuwe oligarchie, een 'diploma-democratie' met subtiele maar taaie uitsluitingsmechanismen bij het verdelen van de 'baantjes'.
Ons systeem van representatieve democratie staat onder druk. Dat is van alle tijden: 'democratie is nooit af'. Maar volksvertegenwoordigers moeten wel het lef hebben de tekens van de tijd te verstaan en te begrijpen.

() De Franse econoom Thomas Piketty heeft aangetoond dat de maatschappelijke ongelijkheid in de afgelopen decennia is gegroeid en in de komende eeuw verder zal toenemen. Wat is precies het verschil tussen de puissante rijkdom van Lodewijk XIV, de Zonnekoning, en de miljarden van Carlos Slim en Arabische oliesjeiks? Kan iemand zó verdienstelijk zijn voor de samenleving dat het vergaren van een persoonlijk vermogen van 75 miljard dollar een rechtvaardige beloning is?

Fed up? Doe er iets aan!
Volgens de TrendRedenaren staat ons een betekenisrevolutie te wachten. Die hing natuurlijk al langer in de lucht. Al in 2010 werd dít filmpje gemaakt en op het net gezet (Create real value). We hebben Occupy gehad. De Franse diplomaat Stéphane Hessel. En anderen. Maar de groep mensen die 'er genoeg van heeft' groeit en in Den Haag en andere machtscentra worden de signalen genegeerd en blijft men maatregelen nemen die 'de derde stand' niet altijd positief bejegent. Integendeel. Die zal zich steeds vaker afvragen: Who's in control?

(vrijdag 19 september 2014)
Hans van Duijnhoven

dinsdag 26 augustus 2014

Twee optimistische mannen: Rudi Westendorp & Erik Scherder


Op dinsdag 23 september 2014 geeft hoogleraar ouderengeneeskunde Rudi Westendorp in Oss een lezing over zijn boek Oud worden zonder het te zijn : over vitaliteit en veroudering. Dit is één van dé boeken van 2014. Een geheimtip die keer op keer door enthousiaste lezers wordt doorgegeven. Een hoopvol boek.

Ergens in het voorjaar van 2014 trad een ander optimistisch man naar voren. Sprak de eerste colleges uit voor de Universiteit van Nederland. Een digitaal platform waar vooraanstaande wetenschappers in korte colleges een geïnteresseerd publiek over een deel van hun vakgebied bijpraten. Hoogleraar Erik Scherder nam de eerste vijf voor zijn rekening en zette daarmee de toon. Van hem verschijnt in oktober het boek Laat je hersenen niet zitten : hoe lichaamsbeweging de hersenen jong houdt, en dat zal (wedje) ook veel publiciteit trekken.Boeken die in elkaars verlengde liggen.

Rudi Westendorp
De afgelopen maanden hebben veel kranten en tijdschriften geschreven over dit boek en de schrijver. Hij figureerde zelfs in een blad van een verzekeringsmaatschappij. En afgelopen zaterdag mocht hij in het FD in de rubriek De brandende kwestie enkele uitspraken doen over' zijn' onderwerp. Dat heeft te maken met zijn notie dat het gros van de oudere mensen helemaal niet zielig is. Dat zij gemiddeld genomen ook niet veel hulp nodig hebben en (daarom) maar beter plaats kunnen maken voor jonge mensen. Integendeel. De meeste oudere mensen doen 'het' nog prima. Leiden meestal een actief leven. Het zou dom zijn om ze massaal af te schrijven  Nee, het gros van 'de oudjes' kan en wil nog best mee doen. Wil niet aan de kant gezet worden. Uiteraard komen er kwaaltjes en moet er her der wat ingeschikt worden, maar im grossen ganze: geen probleem! Een zeer opgewekt verhaal. En perfect passend bij (het jaarthema van 2011-2012:) Who's in control?

Who's in control?
Nou? Oudere mensen zijn meestal nog zeer in control. Rudi Westendorp spreekt zonder meel in de mond. Hieronder een aantal citaten uit "70? Huppekee!" (Delta Lloyd magazine, juli 2014) (een themanummer: Het eeuwige leven) en "We moeten ons meer realiseren dat juist ouderen de toekomst hebben" (FD,  zaterdag 23 augustus 2014)

Healty aging?
Met mijn boek toer ik nu door het land. Tegen mijn publiek zeg ik: healty aging is onzin. Ouder worden gaat altijd gepaard met slijtage, schade en gebreken. En oud word je, tot de dood erop volgt.
Maar ik heb ook een vrolijke boodschap: het is nog nooit zo mooi geweest in Nederland als nu. We worden steeds ouder in goede gezondheid. De periode dat je allerlei gebreken krijgt en de kwaliteit van leven achteruitgaat - de rafelrand noem ik dat - komt steeds later in ons leven en blijft beperkt tot hooguit een paar jaar. Het overgrote deel van de 85-jarigen kan zich prima redden. Dat is toch prachtig?
Oude mensen worden in de media voor 90% in een hulpbehoevende rol neergezet. Zo stond laatst in Trouw bij een artikel weer zo'n plaatje van een oud mens dat onder een droogkap zat te suffen. Des duivels was ik. Of ze worden neergezet op de voorplecht van een zeiljacht, met een zwitserlevengevoel. Zo van: het leven is fantastisch. Kom nou, het leven is grijs, niet zwart of wit.

Het blijkt allemaal niet zo erg
Weet u hoeveel procent van de 85-jarigen in een verzorgings- of verpleegtehuis woont? Triomfantelijk: 'Minder dan 10%.' ()
De generatie die zich zorgen maakt over hun ouders, stuurt de media aan. Die zegt: ik wil niet zo oud worden. Maar als je eenmaal oud bent, blijkt het allemaal niet zo erg. Als je maar de regie over je eigen leven houdt. ()

Van de zotte
Het is natuurlijk van de zotte dat in onze maatschappij meer dan de helft van de werkloze 55-plussers nooit meer aan de bak komt. Dan heb je eigenlijk de vluchtelingenstatus: je bent welkom in Nederland, maar je mag niet meedoen. ()
Vraag: Maar hoe zorg je ervoor dat een 38-jarige manager een 55-plusser aanneemt?
Les een: hij moet mijn boek lezen. Les twee: hij moet het écht lezen. Les drie: hij moet het herlezen. En als ie dan nog twijfels heeft, is hij welkom en zal ik met hem praten. ()

Het aanpassend vermogen
Wat mij het meest intrigeert is het aanpassend vermogen van de mens. Hoe ouder, hoe verstandiger. Het gemak waarmee mensen op hoge leeftijd loslaten, geen goederen, ambitie of ijdelheid meer najagen. Elke morgen zijn ze blij dat ze hun ogen kunnen opslaan. Oude mensen zien dat als een zegen. Ze weten: de dood loopt altijd met je op. ()
Dat inzicht: dokter, zo slecht is het leven niet, geef me nog maar een jaartje. Dat heb ik van ze geleerd. En ik kan op mijn beurt hen weer helpen door te zeggen: laat je door de maatschappij niet in een verdomhoekje zetten. Als je 70 bent, heb je nog 15 jaar. 'Huppekee, plannen maken. Aan de gang!'

En uit het FD
Ouderen zijn steeds langer inzetbaar in de maatschappij: betaald en niet betaald. Maar daarvoor is wel nodig dat zij zelf ouderdom niet als een bedreiging zien. Het hardnekkige beeld dat ouderen ziek en afhankelijk zijn, houdt ook veel ouderen in een beklemmende greep. Terwijl het leven ook op hoge leeftijd mooi en nuttig kan zijn, ondanks de fysieke gebreken die met de jaren komen.
Die langere inzetbaarheid komt er alleen als mensen een passende basisopleiding krijgen en zich daarna blijven ontwikkelen. We moeten ons opnieuw de vraag stellen wat we onze studenten willen leren. Nu worden studenten gedwongen al vroeg een specialisme te kiezen, zodat zij snel kunnen doorstromen naar de arbeidsmarkt. Terwijl het juist belangrijk is dat we studenten breed opleiden, hen helpen om hun eigen kracht te kennen en sociale vaardigheden aanleren. Dat is een betere basis voor levenslang leren in een snel veranderende maatschappij.

Youtube: Rudi Westendorp - 'Geef ouderen eindelijk de REGIE' (1:50)



Erik Scherder
Zoals hierboven al aangegeven nam hoogleraar Erik Scherder de eerste vijf mini-colleges voor de Universiteit van Nederland voor zijn rekening. Begin oktober verschijnt Laat je hersenen niet zitten : hoe lichaamsbeweging de hersenen jong houdt. Een boek dat ogenschijnlijk haaks staat op dat van Rudi Westendorp. Die stelt zich enerzijds op het standpunt dat (oudere) mensen niet bij de pakken moeten gaan neerzitten, maar anderzijds ook niet moeten gaan simmen als het ietsje minder gaat. Met ouderdom komen gebreken. Onvermijdelijk. Maak je daar maar niet al te druk over. Pas je aan. Maar Rudi Westendorp zal ongetwijfeld mee willen gaan in de stelling van Erik Scherder en andere wetenschappers dat het absoluut zinvol is om je op oudere leeftijd te blijven inzetten voor een goede fysieke én psychische gesteldheid. Blijf bewegen. En ga niet als een uitgezakt iemand voor de buis hangen. Wachtend op de dood. Doe iets. Beweeg je onder de mensen. Ga een cursus volgen. Lees. Sport. Reis. Ontmoet. Niemand heeft het voor het zeggen - want het lot bepaalt of je getroffen wordt door een vreselijke ziekte of zo - maar iedereen die lekker in zijn of haar vel zit en bezig blijft maakt meer kans op gezonde en gelukkige jaren.

Waarom zouden ouderen vaker moeten hardlopen (het 3e college) (14:54)




Andere titels
André Aleman. Het seniorenbrein : de ontwikkeling van onze hersenen na ons vijftigste (2012)
Lone Frank. De vijfde revolutie : omdat hersenwetenschap onze wereld gaat veranderen (2010)
René Kahn. De tien geboden voor het brein (2011)
Eddy van der Zee. Het vitale brein : hoe de hersenen sterk en dynamisch te houden (2012)

(maandag 25 augustus 2014)
Hans van Duijnhoven


dinsdag 15 april 2014

Een podium voor ontmoeting en debat

Op maandag 14 april 2014 werd in Den Bosch een kapel heropend. Op het terrein van het voormalige Groot Zieken Gasthuis. Dit ziekenhuis is circa drie jaar geleden vertrokken naar een nieuwe locatie. In de binnenstad staat het grote, versleten pand. Rijp voor de sloop. In Den Bosch wordt al jaren lang gedebatteerd over een nieuwe locatie voor de openbare bibliotheek en het stadsarchief. Op die plek, het GZG-terrein. Besluitvorming laat - niet verrassend in deze financieel onzekere tijden - op zich wachten. Toch hebben bibliotheek en stadsarchief besloten om vooruitlopend op die eventuele verplaatsing 'iets' te gaan doen met die kapel. Een kapel die ooit geïntegreerd zal worden in het nieuwe concept. De afgelopen maanden is hard gewerkt om er een plek van te maken waar van alles kan plaatsvinden. Geen uitleenplek, maar een ruimte waar mensen samen kunnen komen. Voor lezingen, debat, workshop, een cursus, samenwerken aan projecten enzovoorts.

Kim Putters
Kim Putters
Nadat de wethouder Jeroen Weyers van cultuur van de stad Den Bosch de officiële opening had gedaan (door dít prachtige filmpje op te starten) trad directeur Kim Putters van het Sociaal en Cultureel Planbureau aan. Deze opvolger van Paul Schnabel hield een welluidend verhaal over het belang van de openbare bibliotheek. In dit tijdsgewricht. Waarin tóch veel mensen vraagtekens zetten bij de noodzaak om 'de bieb' overeind te houden. Kim Putters was lid van de commissie (Job) Cohen die in het begin van dit jaar in een rapport (Bibliotheek van de toekomst : knooppunt van kennis, contact en cultuur) een perspectief voor de bibliotheek tot circa 20125 probeerde te schetsen. Deze avond loodste Kim Putters een volle kapel (circa 200 man) door het rapport heen en maakte uiteraard een bruggetje naar de Bossche bieb én deze plek. Die ook wel aangeduid wordt als een agora. Een plek waar mensen samen (kunnen) komen om ... Tja, om wat.
Het was de plek waar het sociale leven zich afspeelde, en had daarvoor verschillende functies: een politieke, een sociale en een commerciële. Het woord agora betekent verzamelplaats. De agora was in eerste instantie een ontmoetings- en vergaderplaats voor de vrije burgers (uit Wikipedia).
Bossche bieb als kloppend hart (2:55)



Vijf functies/aandachtsvelden

In het rapport van de commissie Cohen worden 5 kernfuncties benoemd. De bibliotheek als ...
1. warenhuis van kennis en informatie
2. centrum voor ontwikkeling en educatie
3. inspiratiebron voor lezen en literatuur
4. encyclopedie van kunst en cultuur
5. podium voor ontmoeting en debat

Podium voor ontmoeting en debat
Kim Putters ging in zijn verhaal in op alle kernfuncties van de bibliotheek. Gaf aan in welke Umwelt de bibliotheek zich bevindt en reikte aan welke ontwikkelingen de komende tien jaar van belang kunnen zijn voor de richting die de bibliotheek in zou moeten of kunnen slaan. Uiteraard eindigde hij met de laatste kernfunctie: de bibliotheek als podium voor ontmoeting en debat. Cynisch ingestelde mensen kunnen denken dat dit een nieuwe functie voor de bibliotheek is. Maar niets is minder waar. De bibliotheek organiseert al jaren lang bijeenkomsten om mensen te informeren over zaken die in onze samenleving spelen. Alleen voelen veel bibliotheken de noodzaak aan om het aantal en de frequentie van dit soort bijeenkomsten op te voeren. Waarom? Omdat onze samenleving schreeuwt om debatten over verschillende belangrijke zaken die op 'ons bord' liggen.

Samen met anderen
Een recente tendens is wel dat de bibliotheek dit soort bijeenkomsten vaker met andere partijen organiseren. Structureel, maar vaker incidenteel. De bibliotheek zal echter niet 'verworden' tot een verhuurder van zalen. Nee. Het bibliotheekpersoneel zal steeds vanuit haar visie en missie nagaan of deze of gene potentiële samenwerkingspartner 'past' bij haar imago, stijl, opdracht. De bibliotheek - en dus ook die in Den Bosch - zal openstaan voor samenwerking, maar nog vaker zelf op zoek gaan naar mogelijke partners.

De bibliotheken in Noord Oost Brabant hebben - in dit verband - samen met de Bossche bieb o.a. het project KennisMakers opgezet. KennisMakers zijn mensen die over kennis op een bepaald gebied beschikken. Vanuit hun beroep, hobby en/of passie. Indien zij bereid zijn een deel van die kennis met anderen te delen, dan gaat de bibliotheek op zoek naar mensen in haar werkgebied die over dit onderwerp meer willen weten. Een KennisMaker ontmoet dan KennisMakers. Die bijeenkomsten worden binnen of buiten de bibliotheek gehouden. Vinden plaats op één dag of bestaan uit meerdere bijeenkomsten. Het kan een traditionele lezing zijn, maar ook een workshop of een rondleiding of nog een andere vorm. Deelname is altijd gratis en degene die de club 'leidt' krijgt ook geen vergoeding. Je doet het immers vanuit je hart, passie. Omdat je anderen met jouw Kennis wilt laten Maken.

Een oefenende bibliotheek en een drietal 'tekens'
In Den Bosch zullen naar verwachting de komende jaren in de kapel veel KennisMakers aantreden. Plus talloos anderen. Klik hier voor de website. Zoals directeur Hans Derks aangaf moet er de komende jaren geoefend worden. Hij merkte terecht op dat niet alleen dé bibliotheek of zijn medewerkers voor een andere tijd moeten oefenen. Integendeel: overal in de samenleving vallen zekerheden weg of om en moet er omgekeken worden naar zinvolle alternatieven.

De kapel is een soort laboratorium waar 'het nieuwe bibliotheekwerk' als het ware zal worden uitgevonden. Maar dat oefenen kan alleen goed gebeuren als er medewerkers rondlopen die de signs of the times oppikken en daarmee aan de slag gaan. Toevallig waren er dit weekend een drietal tekens. Sterker: het waren érg sterke signalen. Goed doortimmerde analyses van onze samenleving. Analyses die schreeuwen om een vervolg. Informeren. Duiding. Debat. Stelling nemen. Onderwerpen waar een openbare bibliotheek mee aan de slag zou kunnen gaan. In de hoop dat bezoekers van deze door de bibliotheek georganiseerde bijeenkomsten aan het denken worden gezet.

Blijven lezen
En steeds vanuit de notie dat de bieb zoals dat hoort neutraal is. De bibliotheek zet wel een bepaald onderwerp op de agenda (én dat is niet objectief!) maar laat aan haar achterban over om daarover een standpunt in te nemen.
Ook vanuit de notie dat iedereen die onze complexe samenleving wil begrijpen links of rechtsom zal moeten (gaan) lezen. Veel lezen. Breed lezen. Niet tevreden zijn met een tweet hier, een teletekst-artikel daar. Nee. Af en toe moeten er boeken verorberd worden. Kopen kan. Maar lenen is nog steeds een optie. Te meer daar onze boekhandels lang niet alles in de kast hebben staan noch kunnen leveren.

Drie opvallend sterke tekens
Onder de kop De overheid ziet u en vult straks uw stembiljet in bracht NRC Handelsblad op zaterdag 12 april 2014 een lang uittreksel van de vierde Rudy Kousbroeklezing. Die Maxim Februari op vrijdag 11 april 2014 in de Rode Hoed in Amsterdam uitsprak.
Maxim Februari is een filosoof, jurist en publicist die bij een breed publiek bekend is door columns in De Volkskrant en de laatste jaren in de NRC. Hij maakte deel uit van verschillende commissies waarin zaken bestudeerd worden die te maken hebben met moraal, ethiek. Kwesties waarover de meningen binnen de samenleving verdeeld zijn. Onderwerpen waar meerdere kanten aan zitten. Complex. Paradoxaal. Dilemma's.
In deze vierde Rudy Kousbroek-lezing (titel: Alfa - over auto's bèta's en technologiekritiek) worden heel veel controversiële zaken aangesneden. Waarover de bibliotheek - eventueel samen met anderen - veel activiteiten kan organiseren. Klik hier voor een artikel over deze lezing (Een alfavisie op technologie is dringend gewenst).

Op de volgende pagina - in die zaterdagse bijlage van het NRC - duidde journalist Marc Chavannes zoals gewoonlijk in zijn wekelijkse rubriek Opklaringen de (politieke) tijdgeest. Een tweede sterk signaal (Menselijk verstand vs. tirannieke technocratie). En zondagavond voegde de redactie van Tegenlicht er een derde teken aan toe: mediacriticus Douglas Rushkoff kreeg drie kwartier de tijd om onze media-wereld te duiden (De herovering van het nu).

Drie jaarthema's
In alle genoemde media-uitingen komen de laatste drie jaarthema's van de Noord Oost Brabantse Bibliotheken langs, voorbij: Who's in control? (2011-2012), Echte waarde(n) (2012-2013) en Oefenen voor een andere tijd (2013-2015). Thema's die een veel langer leven hebben als we - toen we ze bedachten - konden voorzien. Rondom deze drie thema's zijn nog veel zinvolle bijeenkomsten te bedenken, organiseren. Ook komt het woord kantelcolleges bovendrijven. Een woord om een bepaald soort door de Noord Oost Brabantse Bibliotheken georganiseerde lezingen te afficheren. Tijdens een kantelcollege spreekt iemand van statuur vanuit zijn of haar achtergrond zich uit over aspecten van onze sterk veranderende ('kantelende') tijd uit.
Want dat is overeenkomst tussen de drie 'tekens', de genoemde jaarthema's en het woord kantelcolleges. Onze samenleving is in een zeer rap tempo fundamenteel aan het veranderen én als mens moeten we een standpunt innemen. Tot hier, en niet verder. Doen we dat niet dan razen de (wetenschappelijke en daarvan afgeleide technologische) ontwikkelingen verder en zijn we als mens niet meer in control.

(dinsdag 15 april 2014)
Hans van Duijnhoven

vrijdag 11 april 2014

Tijd voor een broccoli-campagne


Soms, niet al te vaak, heb je al bladerend door (veel) kranten en tijdschriften een gniffel-moment-je. Ontdek je dat een ander precies formuleert wat je al langer wist. Maar tot dat moment dacht je bijna alleen te staan.


Dit artikel moet echter beginnen met Henk van Tuinen. Een econoom - in ruste (ex-CBS) - die in oktober 2013 een boek publiceerde dat perfect aansloot bij het jaarthema Oefenen voor een andere tijd. Dus hem uitgenodigd voor een lezing. In maart 2014.

Oorverdovende stilte
Helaas gebeurde wat je vermoedde. Het boek werd de laatste zes maanden amper opgemerkt. Er ontstond geen (noodzakelijk) debat over zijn centrale stelling. Integendeel. Oorverdovende stilte. Alhoewel dat niet kan. Het Brabants Dagblad plaatste gelukkig enkele dagen voor de lezing een interview met hem. Maar Henk van Tuinen mocht niet aanschuiven bij een van de vele 'tafels' in Hilversum. Noch sprak hij overal in den lande over zijn Ons land kan menselijker : naar een economie die de samenleving verbetert. Of - nog beter en noodzakelijker - werd er in het Parlement over gesproken. Geen commissie ingesteld. Stilte.

Een onvermijdelijk debat
Maar toch heeft Henk van Tuinen iets aangesneden wat onvermijdelijk op 'ons' afkomt. Een debat over de alom aanwezig reclamemacht. Van Tuinen noemt een getal van 500 miljard euro. Alleen al voor reclame. Hij noemt geen bedrag voor iedereen die bezig is met PR, marketing, 'voorlichting', framen en spinnen. Overal zijn binnen onze samenleving mensen 'moedwillig' bezig anderen te beïnvloeden. Iets te laten doen dat ze zonder die inspanningen waarschijnlijk niet hadden gedaan. Waarom? 

Henk van Tuinen is wijs genoeg om dit allemaal te willen verbieden of stoppen. Maar hij weet wel dat deze almacht een eenzijdig karakter heeft. Hij bepleit kortom in zijn boek een tegenkracht. Bedoeld om mensen van verschillende kanten te bestoken, beïnvloeden, manipuleren. Waardoor mensen in dubio worden gebracht. "Hé, er wordt niet alleen reclame gemaakt voor (te duur) water in flesjes maar ook voor 'gewoon' (schoon en goedkoop) kraanwater. Momenteel is de balans ver te zoeken. Aan de ene kant wordt misschien in Nederland alleen al voor 10 miljoen euro reclame gemaakt voor Spa of Perrier en amper iets voor water van onze waterleidingbedrijven.

Dit debat moet niet alleen gevoerd worden vanwege de eenzijdigheid van het beïnvloedingsgeweld maar ook omdat het leidt tot veel onnodig consumeren. Hetgeen een relatie heeft met de discussie of onze aarde dit consumeren trekt. Te meer daar de groep mensen die dit gedrag vertoont steeds groter wordt.

Dit debat moet ook gevoerd worden omdat steeds duidelijker wordt dat de mens zeer gevoelig is voor beïnvloeding, amper rationeel door het leven gaat en vooral op zijn of haar gevoel beslissingen neemt. Dit inzicht dwingt beleids- en wettenmakers om na te gaan denken over andere manieren om vervelende 'dingen' bij te sturen. Een mix van harde ge- en verboden aangevuld met vormen van nudging. Mensen (bijna onmerkbaar) een duwtje in de goede (gewenste) richting geven.

In dat debat gaat het uiteindelijk om de vraag Who's in control? Willen we dit. Als samenleving. Het oude, o zo vertrouwde systeem waarin reclame alom koning is? Of een samenleving waarin we - door anderen - ook beïnvloed en gestuurd worden om sommige dingen anders te gaan doen? Het antwoord is niet gemakkelijk. Zal voorlopig ook niet komen omdat het debat amper is begonnen. Alhoewel?


Tijd voor een broccoli-campagne
In Vrij Nederland (van 12 april 2014) heeft Joël Broekaert het in zijn rubriek De alleseter over Henk van Tuinen, en zijn boek, zonder beiden te noemen. Waarschijnlijk kent hij het boek niet en het pleidooi dat Van Tuinen houdt voor de oprichting van een Ontplooiingsfonds om van daaruit dat tegengeluid te financieren.
Broekaert heeft het over kinderen (en hun ouders) die massaal door voedselbedrijven bestookt worden met reclame voor ongezonde producten. Heeft het over de 'jengelfactor'. Het verschijnsel dat kinderen in de supermarkt zeuren om voedsel dat ze (her)kennen uit de reclames. De zinnen die al bladerend door dit nummer in dat artikel opvielen waren:
De hoeveelheid reclame voor ongezond voedsel is exorbitant. Tijd voor een broccoli-campagne.
en

De vereniging van spruitjesteler heeft niet zo veel promotiegeld. Resultaat: slechts 1 à 2 procent van de Nederlandse kinderen eet genoeg groente.

Geld uit het Ontplooiingsfonds voor 'spruitjes'
Het fonds dat Henk van Tuinen bepleit bestaat nog (lang) niet en zal er (naar verwachting) ook niet komen. Maar links of rechtsom zal er 'iets' gedaan moeten worden om tegengas te kunnen geven. Een voorbeeld uit het artikel in VN:
Om aandacht te vragen voor de exorbitante hoeveelheid reclame die er is voor ongezond voedsel, heeft het Nederlandse samenwerkingsplatform Food Guerrilla ook aangekondigd een broccoli-campagne te beginnen. Iedereen kan meedoen. Vorige week werd de eerste aanzet gegeven tijdens het Big Bang Broccoli-evenement in Amsterdam. 

(vrijdag 11 april 2014)
Hans van Duijnhoven

dinsdag 18 maart 2014

Who's in control in Rusland?

Maandagavond 17 maart 2014 sprak Marie-Thérèse ter Haar in de bibliotheek Oss over Rusland. De afspraak voor deze spreekbeurt was maanden geleden gemaakt en we hadden in overleg gekozen voor de titel Rusland van Gorbatsjov tot Poetin. Niet wetend dat we midden in een crisis rondom Oekraïne en De Krim zouden zitten. Tijdens deze avond werd vooral duidelijk dat mevrouw Ter Haar ook over andere aspecten van Rusland had kunnen spreken. In grote lijnen nam ze haar gehoor mee door de laatste duizend jaar. Een verhaal waarin woorden als horigen, rijke bovenlaag, arme onderklasse, tsaren, adel, dictators voorkwamen. Voor de gemiddelde Rus was zijn of haar geschiedenis zoals de jonge historicus Rutger Bregman dat noemt 'een bak ellende'. Die burger had niets te zeggen, werd aan alle kanten uitgebuit en moest tolereren dat er een zeer kleine toplaag was die zich alle revenuen toeëigende. Verrassend was de opmerking van Marie-Thérèse ter Haar dat zelfs een schrijver als Tolstoj zo'n tienduizend horigen 'bezat'. De tsaar was wat rijker, want die had er circa 1,2 miljoen.

Roman Abramovitsj
Oligarchen
In dat land hadden en hebben de meeste burgers weinig tot  geen rechten. Kunnen niet naar de rechter stappen. Althans, tot voor kort. Want in de lezing werd duidelijk dat er sinds de komst van Poetin een andere wind door Rusland is gaan waaien. Deze nu in het Westen zo verguisde president heeft maatregelen genomen om de rechtsstaat te gaan opbouwen. Waardoor gewone mensen niet meer machteloos staan tegenover maffia-achtige mensen en de oligarchen. Dat woord - oligarchen - gebruikte mevrouw Ter Haar vaak. Daarmee doelt ze op een grote groep mensen die in het laatste decennium van de twintigste eeuw (ná het vallen van De Muur in 1989) vrij spel kregen in Rusland. Onder Gorbatsjov en later Jeltstin werd het land één groot kapitalistisch oefenveld. In tegenstelling tot China, waar Deng Xiaoping besloot om geleidelijk over te stappen naar een kapitalistisch systeem. In Rusland wilde men in één keer overgaan. Helaas zonder een juridisch vangnet. Laisser faire, in extreme mate. Waardoor veel mensen hun slag konden slaan. Bedrijven overnamen, overbodig personeel massaal op straat dumpten én in enkele jaren schathemelrijk werden. Marie-Thérèse ter Haar noemde het getal 300 duizend. Zoveel oligarchen waren er op een bevolking van 125 miljoen.

Decreten om het tij te keren
Toen Poetin aantrad nam hij diverse decreten om iets aan deze chaos te doen. Een belangrijke was dat oligarchen moesten aantonen hoe ze aan hun (vele) geld waren gekomen en vervolgens dat ze belasting gingen betalen. Het gevolg was dat de helft van de rijke mensen het land ontvluchtte. De rest bleef en een flink deel van hun verkregen bezit werd afgeroomd en kwam in een stimuleringsfonds terecht.
De fine fleur van de expats heeft inmiddels veel 'dingen' bij ons in het vrije westen opgekocht. Bijvoorbeeld Vitesse, de voetbalclub. Ook is zeer wrang dat in het Westen veel bedrijven en regeringen actief meewerken om legaal - dat wél - dat vele (geroofde) geld veilig te stellen. De Tweede Kamer heeft per motie besloten dat Nederland geen belastingparadijs is, maar dat kan niet voorkomen dat er in ons land veel personen rondlopen die zeer actief bijgedragen hebben aan het witwassen van geld dat niet gebruikt kan worden om Rusland vooruit te helpen.

Uit de aankondiging van de lezing
Volgens Marie-Thérèse ter Haar belichten de westerse media veelal slechts één zijde van de Russische politiek. In haar lezing komt vooral ook de mening van de Russische bevolking aan bod. Ter Haar geeft op  toegankelijke en menselijke wijze inzicht in het Russische gedachtegoed, waaraan een andere geschiedenis ten grondslag ligt dan de onze. Na deze lezing zal Rusland ongetwijfeld een stuk inzichtelijker zijn.

Een kritisch verhaal
Tijdens de lezing ging het uiteraard over de politiek en welke rol (ook bij ons bekende namen als) Gorbatsjov, Jeltsin, Poetin, Medvedev of Lavrov speelden en spelen. Maar ze zoomde vooral veel in op de gewone Rus. Hoe die door de jaren heen alle veranderingen heeft ervaren. Kort en bondig laat zich dat samenvallen als: na de val van de Muur kregen alle boeven en roofridders vrij spel. We (de burgers) raakten van de regen in de drup en hebben - net als vroeger ten tijde van de tsaren en de communisten - geen vertrouwen in onze regeerders. Pas na het aantreden van Poetin en zijn harde maatregelen om de oligarchen (zeg: roofridders) aan te pakken ging het langzaam de goede kant op. Ook maakte zij meerdere keren duidelijk dat een land waarin de bevolking al duizend jaar gewend is aan een systeem waarin je als eenvoudig mens niets voorstelt, (nog) niet in staat is mee te gaan in ons westerse, kapitalistische systeem.
Poetin én ook Medvedev hebben door deze maatregelen veel krediet opgebouwd. En appeleren aan sentimenten die bij de bevolking leven. Denk aan hoe de gemiddelde Rus aankijkt tegen homo's of een punkbandje dat tijdens optredens cynisch omgaat met religieus erfgoed. Marie-Thérèse hield ons meerdere keren op deze avond een spiegel voor. De gemiddelde Rus leeft in een zelfde tijd als onze (groot)ouders in de jaren vijftig, zestig. Toen het bij ons ook niet normaal was als ergens in (zeg) Oss een homo samenleefde. Of hoe in 1977 door de gemiddelde Nederlander gereageerd werd op 'onze' Sex pistols.
"Het komt wel goed", maar het heeft tijd nodig.

Tijd, tijd
Tijdens de lezing kwam al snel een boek bovendrijven. Dat in 2012 verscheen. In een interview in De Volkskrant werd een van de twee auteurs aan het woord gelaten. Deze James Robinson (een econoom) vertelde daarin het verhaal van president Mobutu van Zimbabwe die op zeker moment de hoofdprijs in de nationale loterij won. Toeval! Geluk? No way, dus. Het is een verhaal om te illustreren dat er staten zijn waar de gemiddelde burger niet blind kan varen op een systeem waarin iedereen voor de wet gelijke kansen heeft. Scheiding van de (drie) machten. In hun boek Waarom sommige landen rijk zijn en andere arm (Nieuw Amsterdam 2012) weerleggen ze de aanname (die velen nog hebben) dat landen arm zijn omdat 'de mensen lui zijn', het aan het klimaat of de genen van de bevolking ligt. Nee, in hun ogen is de belangrijkste verklaring voor rijkdom of armoede of een land er in haar (lange) geschiedenis in is geslaagd instituties op te bouwen die leiden tot rechtszekerheid voor iedereen. En niet alleen voor de kleine, rijke bovenlaag. Het aantal landen waarin dit laatste nog niet het geval is neemt langzaam af, maar kost meestal veel tijd en moeite. Het verhaal van Marie-Thérèse ter Haar is een perfecte illustratie van deze strijd. En verklaart ook meteen waarom het nog wel 'even' zal duren voordat Rusland op hetzelfde niveau zal zitten zoals bij ons hier in Nederland. Alhoewel.

Kritiek
Mevrouw ter Haar hield een genuanceerd verhaal. Geeft aan de ene kant toe dat de Russische bevolking nog moet wennen aan leven in een kapitalistisch systeem. Dat dit niet meevalt en pas op de lange termijn zal leiden tot burgers die zelfbewust, dynamisch en ondernemend in het leven staan. Niet langer gewend zijn om voor 'alles' terug te vallen op 'Moedertje Staat'. De gemiddelde Rus leeft in haar ogen ergens in het begin van 'onze' jaren vijftig, zestig. Aan de andere kant zijn regeerders als Poetin en Lavrov hard bezig de bestaanszekerheid voor die gemiddelde Rus sterk te verbeteren.
Ze ging amper in op de toestand in Oekraïne en De Krim, maar maakte wel duidelijk dat té strenge westerse strafmaatregelen dit proces ook niet vooruit zullen helpen. Eerder frustreren.
Ze stelt zich kortom kwetsbaar op. En krijgt veel kritiek over haar heen. Het adagium is (ook) bij ons: je bent voor of tegen iets. Een vage positie daartussen in wordt niet geaccepteerd. Vanochtend had Rob Wijnberg het in een artikel op De Correspondent het hier ook over. Het ging niet over Rusland, maar hij haalde een voorbeeld aan om zijn punt te maken dat we in ons land veel oplossingen voor 'dingen' realiseren die later zonder enige twijfel weer problemen zullen veroorzaken (Hoe onze oplossingen problemen werden).
Vorige week was collega-correspondent Jelle Brandt Corstius te gast bij Pauw & Witteman, alwaar hij werd gevraagd naar de crisissituatie op De Krim. 'Wat moet de houding zijn om Poetin te beïnvloeden,' vroeg presentator Paul Witteman hem. Zijn antwoord: 'Er is maar één manier om Rusland te beïnvloeden en dat is: niet meer afhankelijk zijn van het Russische gas.' Waarop Witteman zei: 'Maar op korte termijn willen we de situatie in Oekraïne beïnvloeden.'
Een ander geluid
In een nutshell ook een illustratie van het verhaal van mevrouw Ter Haar. Veranderingen gaan langzaam. Deze lezing en quote van Wijnberg deed ook denken aan de Singaporese diplomaat, denker en schrijver Kishore Mahbubani. Die in zijn publieke optredens en boeken het Westen voorhoudt niet met twee maten te meten. Én geduld te betrachten. China kán niet in een oogwenk een democratie zoals bij ons worden. In Rusland heeft men het geprobeerd en dat heeft tot veel ellende voor de burgers gezorgd. Gun ons wat meer tijd, landen die bezig zijn instituties en welvaart voor haar burgers te realiseren.

Onze oligarchen
De tijd lijkt niet ver weg te zijn dat ook wij in het westen vraagtekens gaan zetten bij 'onze' oligarchen. Miljardairs die steeds meer welvaart en bezit in de schoot valt. Of - harder geformuleerd - die er in slagen om met hulp van veel uiterst kundige mensen amper belasting meer te betalen. Niet in eigen land, noch in het belastingparadijs dat ze hebben gevonden. Tot voor kort zag je die signalen amper. De laatste maanden neemt het tempo waarin dit soort berichten verschijnen alleen maar toe. Vandaag - toevallig? - in het Brabants Dagblad. Klik hier voor een artikel over "85 mensen".

Marie-Thérèse ter Haar. Rusland in de 21e eeuw : verhalen uit een ontketend land (Aspekt 2012)

(dinsdag 18 maart 2014)
Hans van Duijnhoven