Sinds enige weken bezetten in New York en andere Amerikaanse steden uiteenlopende mensen plekken waar de (financiële) macht is gevestigd. De noemer waaronder dit fenomeen bekend is geworden heet Occupy Wall Street. De documentaire Inside job uit 2010 van onderzoeker/cineast Charles Fergsuon is een van de manieren om te snappen waar dit (voorlopig nog) ongeordende protest vandaan komt. Een andere is een liedje van Ry Cooder (1947) uit de zomer van 2011.
Ken je iemand van mijn leeftijd die werkelijk milder is geworden? Ik kijk om me heen en verbaas me over al het onrecht en alle ellende. Rechtse kranten nemen de maatschappij over. Zo hadden wij het als muzikanten niet bedoeld, toen we uit de idealistische jaren zestig kwamen met het idee dat we de wereld gingen verbeteren. Ik heb me veel te lang stil gehouden. Maar ik lees de kranten en ik volg het weblog Truthdig van Robert Scheer, die schreef dat de bankiers van Wall Street een vergunning hebben gekregen om geld te stelen van de gewone man. Het nummer No banker left behind kwam er min of meer vanzelf uit. Daarna volgden meer songs waarin ik mijn bezorgdheid over recente ontwikkelingen kwijt kon.
I hear the whistle blowing It plays a happy tune
The conductor's calling all aboard We'll be leaving soon
Champagne and shrimp cocktails. And that's all you'll find
There's a billion dollar bonus And no banker left behind
In dit opgewekte nummer loopt het goed af. Met de Amerikaanse samenleving. Alle bankiers verlaten 'het pand'. Laten een bonus van een miljard dollar achter; en champagne en garnalen cocktails. Feest. Alle bankiers zijn weg.
In dit liedje zit de kern van de documentaire Inside job op een bepaalde manier opgesloten. Charles Ferguson verbergt niet hoe hij over het bankiersgilde denkt. En de politiek. Niet met moraliserende opmerkingen, maar door uiteenlopende personen from inside aan het woord te laten. Mensen die bewust gedurende dertig jaar meegewerkt hebben om alle wettelijke belemmeringen om bankiers 'in toom te houden' hebben weggeruimd. En dat zijn er velen. Mensen waar normaliter in een samenleving tegenop wordt gekeken. Mensen die een samenleving leiden. Het beste voor hebben met hun land, hun inwoners. Hij haalt ze op een genadeloze manier onderuit.
Who's in control?
Ook bij deze ontwikkeling - bankiers die door hun roekeloze, hebzuchtige gedrag wellicht een recessie van ongekende omvang hebben veroorzaakt - kun je de vraag stellen wie er aan de touwtjes trekt. Zou moeten trekken. Moet er wel iemand aan de touwtjes trekken. Mensen die onder de noemer Occupy Wall Street pleinen en andere plekken bezetten hebben daar een mening over. Of er een gemeenschappelijke eis zal komen moet afgewacht worden. Maar links of rechtsom vinden ze dat er iets gedaan moet worden aan de verhouding 1:99. Los van het feit of die constatering 100% correct is.
In Inside job probeert Charles Ferguson in een vijftal hoofdstukken na te gaan wat er de laatste decennia in de bankwereld, economie en politiek is gebeurd. Zijn verhaal begint ergens aan het eind van de jaren zeventig. Wanneer politici als Ronald Reagan aan de macht komen. Politici die medewerkers in hun team meenemen die afkomstig zijn van grote Amerikaanse banken. Binnen enkele jaren slagen ze erin wetgeving zodanig aan te passen dat alle veiligheids-kleppen als het ware worden verwijderd. Kleppen die er in tijden van crisis voor zorgen dat niet het hele systeem onderuit gehaald wordt. In de film wordt dit helder gemaakt met het beeld dat iemand schetst van een super-olietanker die gecompartimenteerd is. Waardoor de olie niet kan (gaan) klotsen bij zwaar weer.
Ferguson laat tientallen personen aan het woord. Hij heeft velen geïnterviewd. En schetst door slim knip- en plakwerk een onthutsend beeld van de mores binnen deze wereld. Naast het grote aantal talking heads is een nog grotere groep niet aanwezig in de film. Tientallen hebben te kennen gegeven dat ze niet mee wilden werken aan zijn verhaal. Gelukkig zitten er toch nog enkele 'bad guys' sprekend in de film. Die af en toe zichtbaar bij zich nadenken waarom ze zo stom zijn geweest om in te stemmen met het verzoek voor een interview. Funny, als het niet om zo'n schrijnend, ontluisterend verhaal zou gaan.
Uit het feit dat deze documentaire gewoon is uitgebracht en dat er geen rechtszaken tegen hem zijn aangespannen lijkt het alsof alles dat hij suggereert waar is. Het beeld dat opdoemt is dat binnen de bankwereld en delen van de politieke wereld willens en wetens louche praktijken zijn opgestart. Financiële 'producten' en diensten zijn over de samenleving uitgestort waarvan velen wisten dat ze in bijna alle gevallen voor de afnemers niet bepaald goed waren. Eerder het tegendeel. Het waren niet alleen lousy hypotheekaanbiedingen. Maar voor de verkopers deed dat er niet zo veel toe. Als ze hun omzet en daarmee hun bonus maar binnenhaalden. Onder het motto: Na ons de zondvloed.
In de documentaire komen verschillende personen aan het woord die op hun manier - binnen hun gremium - geprobeerd hebben tegengas te geven. Daar zijn ze overduidelijk niet in geslaagd. In de zomer van 2007 liep het systeem vast en feitelijk is het probleem nog lang niet opgelost. Een van de redenen waarom de politiek niet in staat was wetgeving zodanig aan te passen dat deze ramp niet had kunnen gebeuren is dat op zeker moment iemand in de film aangeeft dat voor elk lid van het huis van afgevaardigden vijf lobbyisten uit de bancaire sector klaar stonden. Talloos zijn ook de voorbeelden van personen die op zeker moment vanuit de politiek doorschuiven naar de bankwereld. En omgekeerd. Het meest ontluisterend is dat het financiële team van (Yes we can!) president Barack Obama vooral bestaat uit mensen die op de een of andere manier verantwoordelijk waren voor het huidige systeem. Mensen die als geen ander wisten dat veel banken dusdanig groot waren geworden dat de Overheid hun zou redden als ze dreigden om te vallen.
Politici die nu op zoek moeten naar een uitweg. Het economische systeem weer aan de praat zien te krijgen. Maatregelen nemen om hun bancaire vrienden ietwat in te tomen. Voorkomen dat de woede van Occupy Wall Street doorslaat naar anderen in de samenleving.
Uiteraard is dit in de VS geboren. Maar in andere landen speelt het al langer. Op een andere manier. Onder een andere noemer. Vanuit een andere achtergrond. Maar feitelijk komt het allemaal neer op iets dat te maken heeft met de verhouding 99 - 1. Mensen die in de States, Spanje of Griekenland de straat opgaan hebben er op de een of andere manier genoeg van dat 1 procent van een samenleving zo rijk en welvarend kan zijn; ten koste van of op de rug van de rest van de maatschappij.
In de Verenigde Staten is nog lang geen gemeenschappelijk pamflet opgesteld. Een banier waaronder alle deelnemers zich kunnen of willen scharen; waarschijnlijk komt dat er ook niet. De groep is daarvoor te divers. Men heeft uiteenlopende belangen en achtergronden. Voorlopig is hun woede (en gebrek aan hoop en vertrouwen) in de toekomst hetgeen hen bindt. Du moment dat er eisen gesteld gaan worden zal de groep waarschijnlijk uit elkaar vallen. En zal het publieke debat nog meer als nu (moeten) opbloeien. Er zal een gesprek moeten ontstaan over de samenleving die men nastrevenswaardig acht. Waaraan moet die voldoen. Een ding is voor degenen die Wall Street bezetten zeker: die samenleving moet anders zijn als de huidige, eerlijker. Met kansen voor allen.
Op een bepaalde manier kunnen beide 'groepen' elkaar de hand reiken. Ze zijn beiden boos. Maar er is een breekpunt. In de Verenigde Staten lijkt het er op alsof de 'leden' van de Tea party aangevuurd en gestuurd worden door mediabedrijven als Fox. Een groot bedrijf dat er nadrukkelijk een 'rechtse' agenda op nahoudt. Een agenda die vooral gekenmerkt door het zoeken en benoemen van zondebokken. In de US zijn dat de illegale Mexicaanse immigranten, de politici in Washington, de vakbonden enzovoorts. De oplossing die zij propageren staat haaks op gedachten die mensen die Wall Street bezetten hebben: belastingen verlagen, uitkeringen afbouwen, gezondheidszorg versoberen enzovoorts.
Toch zullen naar verwachting binnen afzienbare tijd aanhangers van de Tea party toe moeten geven dat de gedachten van de Wall Street bezetters feitelijk voor hen - vaak ook berooide en achtergelaten slachtoffers van de financiële crisis - beter aansluiten bij hetgeen zij zelf willen.
Een gemeenschap
Inside job gaat hier feitelijk niet over. Maar eigenlijk wel. Het is de vraag wat voor soort samenleving we met z'n allen willen. Eentje waarin op een meedogenloze manier gestreefd wordt naar winstbejag. Ten koste van velen en met grote risico's voor die samenleving. Of een plek waarin dat minder overheerst en getracht wordt iedereen een plekje onder de zon te bieden. Om met Ry Cooder te spreken: een samenleving waar er champagne en garnalen cocktails voor ons allen (kan) zijn. En bankiers weer een aloude rol vervullen: faciliteren van het geldverkeer. En no longer een verbeten strijd voeren om nóg hogere bonussen binnen te halen. Een utopie? Wie zal het zeggen.
De materie die wordt aangesneden is pittig. Ferguson slaagt er echter wel in om uit te leggen hoe bijvoorbeeld credit default swaps (om maar een 'product' te noemen) werken. Maar het blijft moeilijk. Advies: bekijk de documentaire meerdere keren. Het kost tijd maar het helpt om te doorzien wat er gebeurd is en wat er schort aan het huidige economische en politieke systeem.
Tegengeluiden
Uiteraard is de verhouding in de Amerikaanse samenleving niet 1 tegen 99. Integendeel. De laatste dagen wordt Occupy Wall Street door velen kritisch gevolgd en bejegend. Prima. Goed voor het debat.
Is een Amerikaans econoom, journalist en schrijfster. Ze werd vooral bekend door haar boek A beautiful mind (uit 2000). Onlangs kwam naar nieuwste boek in vertaling uit: De wil tot welvaart. Daarin doet ze een poging een handvol grote (en dode) economen te portretteren. Zoals dat gaat was ze voor promotiedoeleinden op pad en in De Volkskrant deed Jonatahn Witteman verslag. Ze zegt daar over de Wall Street bezetters:
De retoriek van kwaadaardige Wall Streetbankiers versus de deugdzame boer uit het Midden Westen () dat is het soort populisme dat een lange geschiedenis kent in Amerika en dat teruggaat tot de 19de eeuw. () je moet deze problemen het hoofd bieden, want als mensen kwaad en bang zijn, gaan ze op zoek naar zondebokken en stellen ze geneesmiddelen voor die erger zijn dan de kwaal.
Bovendien klopt de analyse niet dat de bankiers de crisis hebben veroorzaakt. Ik zat in een panel met de Democraat Paul Krugman. Gevraagd naar wie de crisis had veroorzaakt, noemde hij niet de bankiers. "Kijk, we hebben dertig geweldige jaren gehad zonder grote crises. Wat gebeurt er dan? Je laat de teugels vieren. Als de aandelenmarkten ieder jaar 20 procent omhooggaan, zet je even geen geld meer opzij voor een regenachtige dag en sla je wat makkelijker het welbekende advies in de wind om niet al je eieren in één mandje te doen. Dat is de oorzaak van de crisis. Het waren niet de bankiers, het was iedereen."
Sylvia Nasar zat niet in Inside job. Klik hier voor een 'recensie' van die film door Paul Krugman ("it will make your blood boil").
Tot slot: een bibliothecaresse
De komende weken en maanden zal er een stortvloed van meningen over de bezettingsacties loskomen. Voor en tegen; genuanceerd en hol geschreeuw. Sommige deelnemers en volgers van de 'actie'voerders zien al dat er grof geschut wordt ingezet. Denk aan intimideren, uitlokken van geweld, de integriteit van deelnemers ondermijnen.
Op zaterdag 8 oktober plaatste NRC Handelsblad een korte bijdrage van een Amerikaanse bibliothecaresse, Betsy Fagin. Waarin ze verwoordt waarom ze deelneemt. Het is een momentopname. Ze noemt nu deze tien punten, maar morgen kunnen het ook andere zijn.
Ondertussen heeft ze voor de bezetters in New York een 'bibliotheek' opgericht.
Enkele boeken die (ook) met dit onderwerp te maken hebben
Nouriel Roubini. Crisiseconomie (2011)
Dominique Moïsi.De geopolitiek van emotie (2009)
Geert Noels.Econoshock (2008/2010)
Martha Nussbaum. Niet voor de winst (2011)
Klik hier voor de uitgebreide literatuurlijst Who's in control?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten