In een vergadering kwam op een mooie donderdag in oktober de naam Roel Visser 'voorbij'. Een Nederlandse fotograaf die al ruim twintig jaar lang op zijn manier onze samenleving in beeld probeert te brengen. Een bijzonder deel van onze samenleving.
Het ging over zijn recentste boek, Platter & dikker, net uit. En dat de mensen op die foto's op een bepaalde manier een relatie hebben met het thema Who's in control?
Kopen, is een daad stellen
Maar het kopen van een boek heeft op een andere manier ook met het jaarthema te maken. Een boek kopen is onbedoeld verworden tot een manier om je uit te spreken over wie er in een samenleving 'de baas is'. Wie bepaalt dat iets bestaat; blijft bestaan.
Onze impulsen
Én zegt iets over wie de baas is over onze primaire impulsen. Beiden - de foto's van Roel Visser en het aankopen van een boek - hebben iets te maken met de manier waarop onze samenleving in elkaar zit, hoe we onszelf daartoe verhouden en of we in staat zijn er een 'draai' aan te geven. Who's in control?
Het boek van Roel Visser is voor degenen die hem kennen, zijn werk volgen of tegenkomen in (de Nieuwe) Revu, NRC, Parool of HP/De Tijd, niet echt verrassend. Bijzonder is wel dat dit boek een lang essay bevat van (good old) Henk Hofland. Alhoewel iedereen die Henk Hofland 'volgt' niet verrast zal zijn of worden door zijn essay. Her en der heeft hij in zijn columns door de jaren heen verschillende aspecten ál aangekaart. Maar hier legt hij in een consistent verhaal een soort testament neer. Eén lange waarschuwing én verbazing over de samenleving waar we in Nederland (en het Westen) terecht zijn gekomen. Henk Hofland is op een bepaalde manier dé socioloog van ons land.
Zo ook Roel Visser. Die evenals de Engelse fotograaf Martin Parr een oog heeft voor excentrieke personen. Beiden fotograferen mensen die zich vooral uiterlijk van anderen onderscheiden. Op (willen) vallen door hun manier van kleden, gedrag en veranderingen die ze aan hun lichaam aanbrengen (sieraden, piercings, tatoeages). Mensen die platter en dikker zijn.
Hij is redelijk trouw aan zichzelf. Bekijk zijn fotoboeken De jaren negentig (1992), Hier in Holland (2000) en Platter & dikker (2011). Of blader door zijn foto-albums op zijn website.
Dus na afloop van de vergadering naar de boekhandel. In Veghel. Naar Bek. Een prima winkel. Veghel mag er trots op zijn. Helaas was het boek niet op voorraad. Dat kan. Jaarlijks verschijnen té veel (circa 13 duizend) boeken. Die een boekhandel in een klein provincieplaatsje niet allemaal op voorraad kan nemen of hebben. De mevrouw van de winkel bemerkte dat de potentiële klant de winkel ging verlaten en begon uit te leggen dat het bewuste boek óók bij hen besteld kon worden. Dat er geen extra kosten aan verbonden waren. En dat het morgen al bezorgd zou worden.
Die woorden kwamen ietwat moedeloos uit haar mond. Ze had al te vaak meegemaakt dat in voorkomende gevallen die potentiële klant naar huis ging en via bol.com het boek ging bestellen.
Dit keer slaagde ze. Het kostte nog wel enige moeite om het boek te bestellen, maar enkele minuten later was het gepiept, betaald en kon ze opgelucht ademhalen. Ze had een klant behouden. Die op zijn manier bijdraagt aan het overeind houden van haar toko. Dat valt tegenwoordig niet mee, want ze moet een pand onderhouden, personeel en voorraad. Ze zit niet op een goedkoop (shabby) industrieterrein. Heeft Onvoldoende marketingpower. Exposure.
Occupy Wall Street speelt zich op veel meer terreinen af! Heeft vele dimensies.
Het kopen van een boek. Of een cd. Een paar schoenen. Het aankopen van een nieuw product is de laatste jaren veranderd. In die zin dat de meeste mensen de eigenschap van 'uitgestelde behoeftenbevrediging' zijn verloren. Althans, die eigenschap is afgezwakt. Ik zie vanavond bij DWDD (toevallig?) dat er een nieuwe film, boek of musical is. En ik móet meteen overgaan tot aankoop. Ik wil het méteen hebben. Daar spelen de bol.coms van de samenleving natuurlijk perfect op in. Kunnen dat ook als geen ander. Vanavond besteld voor tien uur en morgen al in huis. "Wat een perfecte wereld!" En die bezorgers hebben toch maar mooi (dankzij mij) een (onder)betaalde baan!
Nietwaar. Met ebooks kan het straks nog sneller. Of digitale muziek. Legaal of illegaal. Doet er niet toe. Ik wil het nu. Heb er toch recht op. Kan het betalen. Waarom nog wachten? Ik heb geen tijd om enkele dagen te wachten. Om bij een lokale winkel binnen te lopen. En enkele dagen wachten als het onverwacht niet op voorraad is.
Wellicht. Maar dit gedrag ondermijnt in zeer snel tempo onze lokale winkelgemeenschappen. Onze binnensteden. Doordat we als individu elk op onze eigen manier dit gedrag vertonen (we zijn tóch uniek) bevorderen we de afbraak van onze centra. Op een bepaalde manier lijkt dit gedrag op het uiterlijk vertoon van de 'slachtoffers' die Parr en Visser in beeld brengen. Gebrek aan zelfbeheersing. Terughoudendheid. Een van de zeven deugden is temperantia (gematigdheid, matigheid, zelfbeheersing).
Terugblik op lezing Jos Verveen
Op zondag 16 oktober 2011 hield ex-organisatie-adviseur Jos Verveen in De Linck in Oss zijn lezing in de reeks Who's in control? Centraal stond zijn in april van dit jaar verschenen boek Bullsh!t management. Waarin hij betoogt dat onze samenleving vergeven is van de managers en de 'technieken' die ze op hun medewerkers loslaten. Technieken die het werkplezier en rendement van het werk (dat door vakmensen gedaan moet worden) ondermijnt. Kappen ermee, is zijn boodschap. Maar dat zal niet meevallen. Managers en management zijn alom aanwezig en je moet van goede huize komen om als leidinggevende niet in die val te trappen. Tijdens de discussie kwamen de begrippen integriteit en zelfbeheersing voorbij. Leidinggevenden moeten integer zijn. In de zin dat ze in hun doen en laten niet (direct) gaan voor hun eigen belangen (zeg maar de bonusmentaliteit).
Jos Verveen vond dat managers werk zouden moeten maken van het begrip zelfbeheersing. Je hoeft als manager niet door te slaan op het 'managementpad'. Niet alle tips en trucs uit de management-'doos' hoef je op je medewerkers los te laten. Toon zelfbeheersing en begrijp dat het bedrijf waaraan je leiding geeft feitelijk niet om jou ('de manager') draait maar om de medewerkers die het werk moeten verzetten. Stel je dienend op. Ben voorwaardenscheppend bezig. Functioneer op de achtergrond en treed alleen naar voren als het functioneel is.
De foto's van Roel Visser en Martin Parr brengen mensen in beeld die met dat begrip - zelfbeheersing - niet zo veel hebben. Sterker, ze vertonen gedrag dat daar haaks op staat. Roel Visser en Martin Parr hebben een schrijvende evenknie, Theodore Dalrymple. Een Engelse psychiater die de laatste jaren dezelfde groep heeft beschreven. Mensen die niet langer geremd worden door sociale conventies. Die zich niks van anderen aantrekken. Hun eigen plan trekken. Het fuck-you gebaar letterlijk en figuurlijk maken. Mensen aan de onderkant van de samenleving. Én aan de vermeende bovenkant. Die impliciet tegen de meerderheid van de samenleving - die (nog) wel over enige zelfbeheersing beschikt - zeggen dat zij dood kunnen vallen. Dat ze doen wat ze doen. Omdat het nu eenmaal kan. Niet verboden is. Zij zich niets van die sociale conventies aantrekken.
Uitlokken, faciliteren, scoren
Dit proces van afnemende zelfbeheersing wordt - en dat beschrijft Hofland op een meesterlijke manier in zijn essay - door grote bedrijven gestimuleerd. Uitgelokt. Gefaciliteerd. Ogenschijnlijk keurige (hooggeplaatste, want rijke) mensen zitten er achter. Om mensen in compromitterende situaties te brengen. Uitlokken dat ze zich onsterfelijk belachelijk maken. Prima toch! Het scoort. Kijkcijfers. Meer advertenties. Meer winst.
Citaat - een bewustzijnsvernauwing
Begeren in het algemeen veroorzaakt een bewustzijnsvernauwing. Dat wil zeggen, de kritische vermogens worden verzwakt. In voorbije tijden beseften de meeste mensen dat heel veel begerenswaardigs niet binnen hun bereik lag. Want al het genieten moet betaald worden. Iedere consument heeft in principe evenveel recht op al het aanbod, maar niet alle mensen hebben genoeg geld.
Ook daarop heeft het consumentisme al vlug iets gevonden: de creditcard.
(Henk Hofland, pagina 30 Platter & dikker)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten